
Bushbiker down under
- De Bushbikers staan er al redelijk bekend om dat ze de “hele” wereld over gaan, zo gaat de 1 naar Amerika en Zuid Afrika, en de ander naar Indonesie, Japan en Australie. Ook de Europese landen worden vol gespammed op de heatmaps van Strava. Maar nu hebben we Arie met zijn groep The Usual Suspects, waarvan Arie ook nog hele leuke blogs heeft gemaakt van zijn Cape2Cape avontuur in Australie. Wil je meemaken, en vooral meeleven hoe Arie (en z’n gezin) zijn flowy, minder flowy en face downs heeft beleefd, lees dan verder!
Cape to Cape Stage 1 – Cape Leeuwin
Om half zeven ging de wekker. Allememachies wat lag ik nog in coma. Met een schele jetlag-hoofdpijn strompelde ik naar beneden, mikte een bord muesli en een sloot koffie naar binnen, en hup: met z’n drieën de auto in. Na een half uur rijden in een lange rij auto’s met fietsenrekken en trailers rijden we de aangegeven parkeerplaats op. Daarvandaan gaan er shuttle busjes naar de start en finish bij de vuurtoren op Cape Leeuwin.
We zijn hier deze week samen met een gezellige groep toffe gasten uit KL, genaamd ‘The Usual Suspects’. De meesten waren al ter plaatse toen wij de auto parkeerden, om nog wat laatste dingetjes aan de fiets te morrelen.
Na een korte briefing, iets over netjes inhalen en oppassen voor mul zand en diepe waterdoorgangen volgt het startschot. Ik start ergens achterin de tweede helft van de deelnemers. Of eigenlijk in de categorie ‘je ziet mij pas weer bij de lunch’. Geen stress het is de eerste dag en ik ben niet van plan me over de kop te jagen.
De eerste kilometers klimmen we op een vrij breed gravelpad om vervolgens een leuk bospad in te duiken naar beneden. Dat ging lekker, maar in een scherpe bocht onderin de afdaling was er eentje in het losse zand onderuit gegaan. De rest viel vlak voor me ook nog eens over hem heen. Hard in de remmen dus en even wachten tot ik er weer langs kan. Wat hadden ze nou gezegd ook alweer? We waren gelijk weer scherp .
Ik merk dat ik niet echt lekker de bochten in kom, en vlieg er in een bocht zowaar bijna uit met een blokkerend voorwiel. Wat de heck… Het duurde even voor ik mij realiseerde dat die maffe Engelsen en hun kolonies de gewoonte hebben hun remmen net andersom te monteren. Dus de achterrem zit links ipv rechts, net zoals op je brommert vroeger. Nou, dat geeft geen zelfvertrouwen in afdalingen op losse shit; ik kreeg het maar niet in mijn kop en bij elke remactie twijfel ik – hoe zat het nou ook alweer??? Vanavond gelijk om laten zetten door de mechaniekers!
De volgende klim is de langste en pittigste van de dag; toepasselijk ‘Heartbreak Hill’ genaamd…. Je zag de boel al opstropen en heel veel deelnemers liepen al. Ik probeer nog zo ver mogelijk door te fietsen maar uiteindelijk loop je allemaal vast. Nou, da’s lekker, met een manke heup je fiets naar boven duwen. Daar had ik natuurlijk niet op getraind.
En het ging ook amper. Mega veel tijd verloren en door heel veel mensen weer ingehaald. Bijna boven komen de eerste eBikers er ook al langs gesjeesd. Briljant plan om die 5 minuten na de rest te laten starten. Wie verzint zoiets… Maar het is vakantie he? Dus lachen en door stoempen.
Eenmaal boven was het dik genieten met hele leuke stukken, single track, constant op en neer slingerend door de bush. Bij een afdaling over rotsen stond iemand driftig te zwaaien dat het rustig moest, er was helaas weer een valpartij. Ik heb het niet kunnen zien (te druk mijn rubber op de rotsen te houden), maar hoorde later dat iemand face-down naar beneden gekletterd was. Overigens sowieso wel redelijk wat valpartijen in de mulle zooi gezien, terwijl het verder eigenlijk geen heel technisch of moeilijk parcours was vandaag.
Ik jo-jo-de al een tijdje met een groepje dames op leeftijd (nee ik ga echt niet toegeven dat die een stuk ouder waren dan ik), ze gaan verrotte hard omhoog en vervolgens haal ik ze dan weer in op de zwaardere of bochtige stukken. Het valt me sowieso op dat er veel goede vrouwelijk MTB-ers meerijden. Het is ook heel populair hier.
Als gehoopt word ik twee keer verrast door gelukkige aanblik van Veerle en Gysa langs de kant. Je kunt bijna nergens bij de trails komen dus het is echt leuk dat ze wat plekjes gevonden hadden om me aan te moedigen. Ook leuk, ze geven de technische secties en klimmetjes allerlei namen. Ik kan ze natuurlijk niet herinneren, maar Sally’s Hill is echt een bitch (komt geen einde aan en allemaal mul zand en wortels); dus dat zal best een sarcastisch persoontje zijn die Sally. Halverwege een van de steilste stukken staken er nog ergens een paar benen onder een bosje vandaan; dat beeld ken ik . De arme man had kramp en lag met zijn fiets op zijn buik te rekken en strekken in de hoop dat hij weer overeind kan. Hulp was niet nodig “I’m okay!!”.
Na de laatste beklimming stuiven we nog een kilometer of vijf terug naar beneden naar de finish. Op dit soort stukken word ik steevast ingehaald door ware snelheidsduivels. Sodeju wat gaan sommigen hard over die losse gravel zooi. Bij de finish heb ik niet de klassering die ik hoopte; die is namelijk van belang voor je startvak morgen. De tijd was wel in range waar ik op gehoopt had, maar verder achterin het veld dan ik dacht. Morgen hopelijk wat plaatsen goedmaken. Alles voelt goed en zo lang ik niet hoef te lopen houdt het heupie het prima.
Cape to Cape WA – Stage 2: Nannup
What a blast!!! More of this please!!!
Mega vette trails, regelmatig uit de comfortzone, giga veel klimmen maar ging nu eens als een speer. Happy man here
Nadat we gisteren nog gezellig wat gedronken hebben in het hoofdkwartier van The Usual Suspects (TUS), een farm house niet ver bij onze cottage vandaan, hebben we wat boodschappen in huis gehaald en op tijd naar huis. Gysa heeft een overheerlijke sirloin voor ons gebakken, we aten onze vingers er bij op. Daarna alles voor vandaag klaargelegd en geprobeerd beetje op tijd te slapen. Dat lukte niet echt, maar toen de wekker ging lag ik net heerlijk te ronken. Nou ja, elle dag beetje beter zullen we maar denken.
Vandaag staat er een zware etappe op de planning. De route is ongeveer net zo lang als gisteren, maar dan 100 hoogtemeters meer en constant op en neer. Vandaag rijden we in de bossen bij Nannup, en dat is een klein uurtje rijden. Dus 7 uur zitten we al weer (soort van gezellig enthousiast ) in de auto. De mechanikers hebben mijn remmen omgewisseld, dus hopelijk geen verrassingen meer vandaag.
Terwijl ik naar het startvak rijd voel ik dat mijn zadel ietsje lager staat. Grmpf, dus weer terug naar de tent van Burnside Bikes. Stond ik al achteraan vanwege mijn ranking van gisteren, nu dus nog verder achteraan. Om even over negenen mag mijn startvak los, eerst drie kilometer geneutraliseerd en dan een rollende start.
Vanaf vandaag rijd ik ook in het kenmerkende TUS shirt, en dat merk je! We zijn intussen een soort celebrities geworden in het peloton. We gaan overal op foto’s, we worden geïnterviewd en dubbel en dwars aangemoedigd – echt lachen
.
Na een kleine kilometer begint mijn zadel te draaien…potdorie… Dus aan de kant en op zoek naar een tooltje dat ik ergens in mijn zakken moet hebben. Tegen de tijd dat ik het gefikst heb, komt net de bezemfiets voorbij, en ook de technische hulpdienst. Nu was ik dus echt de aller-aller-laatste
. Maar gelukkig is het nog geneutraliseerd dus kan ik alvast weer stukje naar voren rijden. Na de officiële start begint het gelijk berregie op.
De eerste paar kilometer klimmen we nog op asfalt, maar al snel gaan we over op gravel paden. Gelukkig nog heel breed, dus alle ruimte.
Wel lang en steil en je zag de eerste bikers al gaan lopen (die zullen gisteren een tikkie te veel gegeven hebben ).
Oh ja, bij de start had de organisatie nog een verassing voor ons. Het parcours is gewijzigd, er zitten nu een paar extra klimmetjes in de eerste 20 km, en we krijgen 200 extra hoogtemeters voor de kiezen. Kolere… (pardon my french).
In plaats van na de eerste klim op min of meer gelijke hoogte te blijven, duiken we nu vrolijk naar beneden om dezelfde heuvel nog eens op te klimmen. Mijn benen juichen het uit van vreugde – not! Eenmaal bij dat 20 km punt zag ik al bordjes van allerlei mtb trails en voel ik wat spanning opkomen. Geen idee wat ons te wachten staat, hoe technisch het allemaal gaat zijn en of je er een groot hart voor nodig hebt. Al snel duiken we de eerste in en krijgen we een voorproefje van wat ons de rest van de dag te wachten staat.
Super flowy trails die heerlijk door het bos slingeren. Het lijkt erg op het MTB parcours van Sleen, maar dat dan op een steile helling gekwakt. Mijn lijf wordt wakker, mijn benen beginnen te draaien en ik krijg een intense glimlach op mijn gezicht. Wat gaaf is dit zeg. Na elke downhill sectie is het pittig klimmen, met heel veel switchbacks en hier en daar behoorlijk ‘knarrige’ stukken om boven te komen. Die switchbacks zijn op links een beetje een uitdaging met die stijve heup van mij, maar na 857 bochies heb ik ze er goed inzitten; mij maak je niet meer gek .
Heel veel bikers zie je lopen door die bochten en naar mate je verder komt ook op de minder steile stukken. Steeds 20-40 seconden volle kracht en dan weer een bocht, vlakker stuk of afdaling, dat is heel andere kost dan gisteren. En op de een of andere manier ligt mij dit beter. Hier en daar is het toch wel wat spannend, moet toegeven dat ik wel wat keren heb gedacht: deed ik dat nou echt?? Maar het ging allemaal goed, ondanks wat ‘niet-altijd-zelf-gekozen-airtime’ of als ik een ‘iets-te-uitdagende-rotspartij’ aframmelde
. Maar dat maakt het juist zo leuk, anders kun je net zo goed gaan gravelen. Ook leuk: op een stukje verbindingsroute steekt er plots een kangaroe over
. Da’s, na een stuk of wat aangereden exemplaren op de wegen, de eerste levende die ik zie. Vanaf een kilometer of 42 is het uit met de pret en duiken we voor de laatste keer een afdaling in naar de finish. In mijn enthousiasme duik ik nog een helling op vlak voor de finish, maar die hoorde niet bij het parcours. Gelukkig zag ik links van me de sensoren van de tijdwaarneming, dus effe terugsteken en hopla, alsnog de finishstraat in. In een TUS shirt word je door de speaker binnen gehaald alsof je zojuist wereldkampioen geworden bent, dus hup de armpjes in de lucht.
Die smile is nog lang op mijn gezicht gebleven. Vervolgens hebben we de volledige voorraad bier van de locale brouwerij bij de finish opgekocht, exlusief voor ons . Uiteraard hebben we het licht uitgedaan, en gingen er allang geen shuttlebusjes meer naar de parking.
Gelukkig was Gysa nog fit en heeft onze auto opgehaald. Die stond moederziel alleen gelukkig nog trouw te wachten middenin een leeg veld.
Nu lekker uitrusten en op naar weer een nieuw avontuur morgen: de trails van Margaret River, en daar eindigen we ìn die brouwerij. Als dat maar goed gaat
Cape to Cape WA Stage 3: Margaret River CBCo.
Ofwel: Trails, Trails, en nog eens Trails
en finish in de brouwerij
Best moe, maar toch nog verhaaltje er uit weten te persen (voor de liefhebbers ):
Vandaag staat het bike park van Margaret River op het menu, dus ‘lekker dicht bij huis’. Evengoed vertrekken we op tijd want de start en finish locatie is bij de CBCo bierbrouwerij, en daar is maar een weg naar toe. Bovendien kun je je vandaag ook alleen voor deze etappe inschrijven (Cape to Cape mini) en staan er aldus ca 1,000 renners aan de start; dus dikke kans op file. Als we aan komen valt het gelukkig nog mee, en zijn we ruim op tijd om alles klaar te maken. Ik besluit vandaag ook maar eens vooraan in mijn startvak te gaan staan (zo’n beetje de laatste groep…), in de hoop dat dat scheelt als we straks na een kilometer of 10 de trails op duiken.
Na het startschot klimmen we heel geleidelijk naar het hoogste punt van de dag en ik kan redelijk voorin blijven. Daar ga ik de rest van de dag plezier van hebben! Langs een stuk weiland krijgen we een enorme hoosbui met windstoten voor de kiezen. Ik zie wat mensen onder de bomen schuilen, maar he, je bent een jongen van de Hollandse bodem of niet he? Doorkarren dus, en zorgen dat je niet van het padje waait. Ik ga net van kop af in een groepje als er alweer een kangoeroe voor ons langst hupst. Die beesten zijn nog best groot trouwens; beter niet mee stoeien. Dat groepje bestaat overigens voor meer dan de helft uit vrouwen, meer dan ik er ooit op mountainbikes bij elkaar heb gezien; het blijft me positief verbazen hoeveel meiden hier fanatiek mountainbiken en dat dan ook tot boven de 70 blijven doen (echt waar!).
Eenmaal op de trails is het dikke pret. Het zijn heerlijk lopende single tracks met heel gave jumps en kombochten, waar zelfs een klungel als ik niet uit kan vliegen. Dus je kunt echt los. Hoewel… Het probleem van een cross-country mtb-er als ik in een groep enduro/downhill bikers is dat ik op de bochtige klimmetjes omhoog luitjes inhaal, die ik downhill liever niet achter me heb zitten. Of nog erger, dat je midden in zo’n groepje rijdt… Je gaat dan toch mee in die flow. En dat gaat al snel te hard voor mij. Maar remmen bij de jumps en drops kan ook weer niet… Dus god zegene de greep dan maar; wat toch wel wat spannende momenten oplevert. Gelukkig kan mijn fiets meer aan als ik, dus het gaat (net) goed.
Ik krijg er gelukkig zelf ook steeds meer gang in. Bovendien valt het op dat het steeds rustiger wordt om me heen. Het veld is aardig uit elkaar getrokken en mijn strategie heeft dus gewerkt. Zo’n bike park is echt leuker als je niet opgejaagd op opgehouden wordt.
Ook weet ik inmiddels dat als je in de verte “wooooeeeeiii” hoort, dat er een grote jump aankomt. Dussss, in mijn geval de snelheid pietsie aanpassen zodat ik de daaropvolgende vlucht nog enigszins onder controle houd, en hopelijk op tijd weer met beide bandjes op de grond. Wat wel link is, ijdeltuiten die MTB-ers zijn (ik zeg niks), zijn die fotografen langs de kant. Op de meest spannende plekkies, lees grote jumps, staan ze je met hun camera’s aan te moedigen iets ‘spectaculairs’ voor de foto te doen. Dus zie ik gasten mooie shows geven en allerlei capriolen uithalen. En dan kom ik met, voor mijn gevoel, een mega jump… Nou, niet hoor. Ik zal niet zeggen dat ik niet loskom, want je kunt niet anders, maar vrees dat het niet erg spectaculair is. De teleurgestelde fotograaf verbijsterd achterlatend. Dus dat gaat tegenvallen als de foto’s komen (dat is in elk geval wat ik Veerle & Gysa verteld heb).
Ik weet niet meer precies hoeveel kilometer we in dat bikepark gereden hebben (en hoeveel perfect aangelegde trails ze hier wel niet hebben gemaakt!), maar ik schat dat we er dik 2 uur losgegaan zijn. Wat een weelde.
Even verderop in een park vlakbij Margaret River hoor ik Veerle en Gysa iedereen aanmoedigen. Ze staan midden in het bos, inmiddels ook in shirts van The Usual Suspects – en daarmee krijgen ze nu zelf ook van veel rijders een groet. Ik rij Gysa ‘zo mooi mogelijk voorbij’ voor de foto en stop bij Veerle voor een snelle kus. Hoor ik achter me een gast vragen of hij ook alle meiden langs de kant mag zoenen. Nou, dachut nie!! .
In de laatste 10 km zitten nog twee venijnige klimmetjes, waarbij je steeds eerst naar beneden duikt naar een river-crossing onderin het dal. Bij de eerste kom ik alleen aan en dan sta je dus voor een dilemma…. Kan ik er überhaupt gewoon doorheen, en hoe diep is dat dan??? Nou, diep dus, mijn zadel bleef nog net droog; ik haalde maar net de overkant. Na het een-na-laatste klimmetje zitten er twee dames en een kerel in mijn wiel als we bij de volgende waterzooi aan komen. Ik geef wijselijk ruim voor het water een signaal om over te nemen, maar die waren natuurlijk niet gek. Dus dook ik er maar weer in alsof het een lust is… Dit keer ging het beter ; dat konden een paar kneuzen aan de overkant niet zeggen, te zien aan het feit dat er een zijn helm stond leeg te gieten en iemand zijn stuur aan het rechtzetten was.
Op zo’n 5 kilometer van de streep wachtte dan nog een heel steile klim. Daar was voor gewaarschuwd, dus geen excuus. Zadelpunt in je achterste, borst op het stuur, kin op je voorband en trappen alsof je leven ervan afhangt. Jawel, ik red ook deze klim. Dit is dus de eerste rit waarbij ik niet een keer een voet aan de grond heb gehad (behalve bij de drinkpost dan). In de afdaling zie ik het bordje van 2 km, en bij 500 meter draaien we de weg op naar de brouwerij. Uiteraard zet ik aan, zoals altijd als ik een finishlijn zie! Maar dan, tot grote ontsteltenis, blijkt dat we de ingang van de brouwerij voorbijrijden en nog fijn een extra lusje om het weiland doen. Leuk voor het publiek, want die zien je dan al van ver aankomen. Minder leuk als je net de laatste kracht uit je benen hebt geperst… Bij de finish blijkt de speaker Hollandse roots te hebben en word ik met gebroken Nederlands binnengehaald. De voorraad bier en wijn er doorheen zupen gaat vandaag niet lukken, zelfs niet voor de usual suspects . Naar goede gewoonte hebben we weer natuurlijk wel weer ‘het licht uit’ gedaan. En ook deze keer vond Gysa een eenzaam autootje in de wei – het begint normaal te worden.
Morgen is de start en finish in een wijnboerderij (nog een goeie ook) – dus hoe dan ook, heel team TUS staat weer aan de start morgen!!
Cape to Cape Stage 4 – de finale: Cape Naturaliste
Pok, lig ik net weer lekker in een roes en gaat de wekker alweer. Het fietsen ga ik missen vanaf morgen, maar het hele ritueel van alles elke dag voorbereiden, vroeg op en naar de start rijden niet.
Wat ook niet helpt is dat de regen met bakken uit de hemel komt. Een snelle, angstige blik op de buienradar stelt me niet gerust. De hele dag regen en een graad of 13 . Dus snel op zoek naar arm en beenstukken, en een warme jas voor na afloop.
Het wordt heel veel bikepark vandaag, met veel rotsen en andere ellende, dus voel ik toch weer een beetje zenuwen in het lijf. Ja, je kunt er altijd overheen lopen, vanaf klauteren, of omheen rijden (wat dat betreft is het voor alle niveaus redelijk te overleven), maar dat gaan we natuurlijk niet doen!
In de miserabele rij voor de plee schoven ze de wolkenluiken nog eens extra open. Nou is het droog en met weinig kleren aan al een uitdaging om in zo’n dixie je ding te doen, maar zeiknat en met 3 lagen kleren is bijkans onmogelijk . En iedereen die wel eens een dag of wat op gelletjes en energierepen heeft geleefd, weet dat je de toiletbeurt vlak voor de start niet kunt overslaan
. Bij de start is het zowaar even droog, dus toch maar snel het regenjasje uit en in de achterzak.
De startstreep ligt op een helling van een dikke 20%, dus die starter kan knallen en toeteren wat hij wil, we komen amper weg . Na die straffe klim duiken we langs een weiland naar beneden vol de blub in; dat gaf gelijk al wat hilarische taferelen.
Gelukkig had ik forse noppen onder de banden maar er waren er ook op snelle XC bandjes… nou, die waren dus niet zo snel vandaag . Op verzoek van de supporters (en de financiële man van de wijnboerderij) is het parcours dit jaar iets gewijzigd; we doen nu een paar extra rondjes langs de wijnboerderij, dus weer die pleurisklim en weer die bagger
. Maar ja, alles voor het publiek en de wijnomzet he?
Dan eindelijk(!) buigen we af naar de prachtige kustweg, richting het bikepark. Terwijl de weg op en neer golft en de regen het zicht door mijn bril onmogelijk maakt, probeer ik toch te genieten van het geweldige uitzicht over de kustlijn en de zee. Ik zie veel mooie bloemen in bloei staan, en ook veel wilde witte orchideeën.
Na nog een pittige, gelukkig iets minder glibberige klim begint het feest in het eerste bikepark. Heel knap hoe ze je daar dik 2 uur rond kunnen laten rijden zonder dat je elkaar kruist. Je ziet echt overal fietsers, geen idee of ze voor of achter je rijden. Wel heel gaaf!!! Helaas is het wel weer veel file rijden, maar daar heb ik me al bij neergelegd. Ik probeer wat ruimte voor me te houden zodat ik de listigste stukken in elk geval rollend kan doen. Ook probeer ik zoveel mogelijk ‘op hoop van zegen’ de A-lijn pakken in plaats van de ‘chicken run’. Op die manier steek ik er af en toe toch een paar voorbij. De echt linke dingen met houten balken en drops van meer dan een meter hebben ze in verband met de natheid afgezet, nou, errug jammer hoor (pfew!!!).
Ik had intussen mijn bril al afgedaan want dat is echt niet meer te doen met de regen en de bagger; ik zag niks meer. (naschrift: zit de volgende dag met een paar dikke ogen, niet te geloven…).
Als we over een heerlijke flowy singletrack lichtjes naar beneden razen zie ik door m’n samengeknepen ogen een veld vol kangoeroes! Ik ben niet van stoppen onderweg, maar nu knijp ik toch even in de remmen. Een gozer achter me doet hetzelfde en na een snelle fotosessie van elkaar, fiets ik met een nog grotere glimlach door. Blijft toch bijzonder hoor; best maffe beesten!
Ondertussen heb ik modder in alle kleuren gezien, geproefd, en opgesnoven. Het varieert van zwart tot wit, alle kleuren oranje en rood en, heel bijzonder, een heel stuk donkergreel, wat volgens mijn heldere geest echt wel kangoeroepis moet zijn. Zo smaakt het in elk geval; of zo stel ik me voor dat het zou kunnen smaken Wat er al niet door je kop gaat in vier dagen ‘je de tandjes trappen’.
We draaien weer een ander stuk bikepark op. Dit is ook echt weer één grote speeltuin. Hier ook weer veel rockgardens (met bijbehorend oponthoud van de ‘lopers’). Nu rijden we bijna uitsluitend in treintjes; ik had toch wat verder naar voren moeten gaan staan bij de start.
Ai, door al dat gerammel over de rotsen komt mijn bidonhouder los… Het is een verse bidon en de energie die daar in zit ga ik zeker nog nodig hebben om thuis te komen. Dus eerst hard ‘stopping!!!!’ roepen en dan, zo goed en kwaad als dat ging, ergens de kant in duiken. Ik steek snel die bidon achter mijn nek in het shirt, en weer door! Wel jammer dat ik die fles, rijdend met mijn stijve schouders, niet meer te pakken krijg… wat ik ook probeer.
Na een half uurtje stop ik even voor een flinke slok. Ik zie dat de bidonhouder nu helemaal weg is, dus gelukkig op tijd actie ondernomen. Wat ook weg is, is mijn bril… die is dus ergens uit mijn helm gestuiterd
Na een kilometer of 37 draaien we het bikepark uit en gaan we op weg naar de finish. Eerst een lange afdaling, woehoe, lekker naar beneden. De pret wordt nogal verstoord door een vieze gravelspray in mijn ogen; echt niet te doen zonder bril. Gelukkig draaien we al snel de geasfalteerde kustweg op.
Met nog zo’n 4 km te gaan wordt het weer draaien en keren rond de wijnboerderij. Het wordt nog even lijden, de laatste 2 km gaan weer lelijk omhoog; vooral het graskantje van de laatste km zou niet misstaan hebben in een reguliere cyclocross. Wat een blubber… We nemen nog een paar kombochtjes, waar Veerle & Gysa weer opduiken voor de begeerde actiefoto’s. En dan… jawel, is daar is de finishboog .
In het interview dat na de streep volgt, haalde ik nog even aan dat dit pokkeweer me wel thuis laat voelen, dank daarvoor, maar dat ik daar dus niet de halve wereld voor afgereisd heb!
Aan de andere kant begrijp ik niet dat hier geen 5,000 man aan de start staat; zo’n gaaf evenement is het!
Bij de prijzenceremonie hoorde ik dat er deelnemers zijn vanuit zo’n beetje heel de wereld, maar dat ik de enige Hollander was in veld. En daarom de oproep dat ik volgend jaar veel vriendjes en vriendinnetjes mee moet nemen – dussss…. wie volgt?!
Uiteraard heeft de TUS groep een serieuze poging gedaan om de vinyard leeg te drinken. Hopeloos gefaald, want al om half drie werd het sein ‘evenement over’ gegeven, ‘bar closed’ dus dat ging hem niet worden. Denk dat iemand ze gewaarschuwd heeft.
Dus allemaal aan boord van de bussen en auto’s op weg naar de warme douches thuis. Het feestje wordt ‘s avonds voortgezet bij de afterparty in Margarte River.
Resumerend kan ik zeggen dat dit een van de gaafste fietsdingen is die ik gedaan heb. Tuurlijk, The Ride, Marmotte, Milan-San Remo, Coast to Coast, Bartje 200 (en de rest) waren ook heel gaaf! Maar ik geloof niet dat ik daar zoveel smiles op mijn gezicht heb gehad als hier.
Die eerdere prestaties waren veel zwaarder, was ik competatiever, en in die zin bevredigender, maar hier spatte de lol er vanaf. En ik was gelukkig eindelijk weer eens fit genoeg om van zo’n evenement te kunnen genieten. Dat is bij een parcours als dit het belangrijkste, want als je over je limiet boven komt, is de afdaling ook geen fun. Dat kan ik je verzekeren.
En nu was het zeker geen uitputtingsslag. Ben alleen wel bang dat dit naar meer smaakt. Veerle had iets gehoord over een 6-daagse Enduro race in Nieuw Zeeland…. .






